Нидерландские Фразы для Врача 

Ik ben ziek: я болею.

Ik kan niet slapen: я не могу спать.

Ik slaap zo slecht: я очень плохо сплю.

De ziekte: болезнь.

Ik voel mij niet goed/lekker: я плохо себя чувствую.

Ben je ziek: ты болеешь ?

Ik heb een dokter nodig: мне нужен доктор.

Ik moet naar de dokter: мне нужно сходить к врачу.

Ik wil een afspraak bij de dokter maken: хочу записаться на прием к врачу.

Kan ik de dokter bellen: можно ли мне вызвать врача ?

De huisarts: семейный врач.

De dierarts: вет-врач.

De termomether: термометр.

Hij heeft koorts: у него высокая температура.

Zijn temperatuur is te hoog: у него слишком высокая температура.

Ze heeft griep: у нее грипп.

Mijn voet/arm/knee doet me pijn: у меня болит ступня/рука/колено.

Ik ben erg verkouden: я сильно простудился.

Ik hoest vaak: я часто кашляю.

Ik nies veel: я много чихаю. (niezen: чихать).

Hij heeft 38 graden: у него температура 38.

Ik meet je temperatuur: я мерю твою температуру.

У Врача

Ik gaa naar de dokter: я схожу к врачу.

De wachtzaal: зал ожидания.

Wat kan voor u doen: чем могу помочь ?

Wat is het probleem: что у вас не так ?

Wat zijn u klachten: на что вы жалуйтесь. (de klacht: жалоба).

Syn: Wat hebt u last van.

Doet dit u pijn hier... вам здесь больно ?

Ik heb pijn hier...мне здесь больно.

Ik heb: у меня...

Buikpijn: боль в животе.

Keelpijn: боль в горле.

Hoofdpijn: головная боль.

Rugpijn: боль в спине.

Ik heb buikpijn/keelpijn: у меня болит.

Mijn neus is verstopt: мой нос забит.

Ik heb een verstopte neus: у меня забит нос.

Ik heeb last van mijn buik/keel...у меня болеет (last: тяжесть).

Je heeft een keelontsteking: у вас воспаление горла.

Je moet in bed blijven: вам нужно лежать в кровати.

Je moet drie dagen thuis blijven: вам нужно оставаться дома три дня.

Het recept/de voorschrift: рецепт.

Ik schreef u een recept: я выпишу вам лекарства. (het recept: рецепт врача).

De medecijn: лекарство.

Ik geef u medecijnen: я дам вам лекарства.

Wanneer moet ik de pillen innemen: когда следует принимать таблетки ?

Neemt u deze tabletten: выпите эти таблетки.

Drinkt u drie lepels dags: попейте по три ложки в день.

Neemt u drie pillen twee keer per dag: выпите по три таблетки два раза в день.

Tabletten tegen de koorts/de husten: таблетки от лихорадки/кашля.

Het drankje: напиток.

De siroop: сироп.

De zalf: мазь.

De neusdruppels: капли в нос.

de slaappillen: снотворные таблетки/снотворное.

Hebt u een verzekering: у вас есть страховка ?

Ik gaa naar de apotheek: я иду в аптеку.

Ik haal de medecijnen: я забираю лекарства.