Uit Eten
het eetcafé: закусочная.
het restaurant: ресторан.
het etentje: ужин.
de menukaart: меню.
de wijnkaart: винная карта.
de voorgerecht: закуска.
de hoofdgerecht: основное блюдо.
het dessert/het nagerecht/het toetje: десерт.
eten: кушать.
drinken: пить.
nemen: брать (в смысле заказать в ресторане).
het witbrood/bruinbrood: белый хлеб/черный хлеб.
de koffie: кофе.
de tee: чай.
een kop/kopje koffie: чашка/чашка кофе.
rode/witte wijn: красное/белое вино.
stamppot: тушить.
erwtensoep: гороховый суп.
paddenstoelen: грибы.
vis: рыба.
gegrilde vis: жареная рыба.
gekookte aardappels: вареный картофель.
de patat: картофель.
de salade: салат.
de kip: курица.
het lamsvlees: ягненок.
de rookworst: копченая колбаса.
de boterham: бутерброд.
de fruit: фрукты.
de groenten: овощи.
de garnaal: креветка.
de cocktail: коктейль.
de pudding: пудинг.
het haring: селедка.
het broodje: булочка.
de croissant: круассан.
de jus (жи): сок.
de jam (джем): джем.
de krentenbol: булочка со смородиной.
ik lust een beker melk: я хотел бы стакан молока.
ik lust een gekookte ei: я хотел бы вареное яйцо.
het ontbijt: завтрак.
ontbijten: завтракать.
de lunch: обед.
lunchen: обедать.
het avondeten: ужин.
dineren: ужинать.
Выражения для Ресторана
Het u een keuze kunnen maken:
wat nemen jullie:
voor mij een kop koffie en een ijs alstublieft:
ik wil graag een kop tee:
de lepel:
de vork:
het mes:
het bord:
ik heb...nodig:
ik heb een lepel nodig:
ik heb een vork nodig:
ik heb een bord nodig:
de soep is niet warm/is koud:
het vlees ist te zout/hard:
de koffie is te zoet/bitter:
de melk is zuur:
het ei is te zacht/hard:
ik heb een servet nodig:
kan ik cash (кеш)/met de kaart betalen:
kan ik pinnen:
ik heb geen wisselgeld:
kan ik nog een glas rode wijn krijgen:
waar is de ober/de serveerster:
het gerecht is lekker:
het smaakt/het smaakt niet:
eet smakelijk!
dank u wel!
Дополнительные Выражения
het café is open/gesloten vandaag:
ik hou van vla:
ik vind groentesoep lekker:
ik hou niet van...:
ik ben gek/dol op: