Uit Eten Dutch Flag

Tutto Pizza Napoletana Italian Restaurant

het eetcafé: закусочная.

het restaurant: ресторан.

het etentje: ужин.

de menukaart: меню.

de wijnkaart: винная карта.

de voorgerecht: закуска.

de hoofdgerecht: основное блюдо.

het dessert/het nagerecht/het toetje: десерт.

eten: кушать.

drinken: пить.

nemen: брать (в смысле заказать в ресторане).

het witbrood/bruinbrood: белый хлеб/черный хлеб.

de koffie: кофе.

de tee: чай.

een kop/kopje koffie: чашка/чашка кофе.

rode/witte wijn: красное/белое вино.

stamppot: тушить.

erwtensoep: гороховый суп.

paddenstoelen: грибы.

vis: рыба.

gegrilde vis: жареная рыба.

gekookte aardappels: вареный картофель.

de patat: картофель.

de salade: салат.

de kip: курица.

het lamsvlees: ягненок.

de rookworst: копченая колбаса.

de boterham: бутерброд.

de fruit: фрукты.

de groenten: овощи.

de garnaal: креветка.

de cocktail: коктейль.

de pudding: пудинг.

het haring: селедка.

het broodje: булочка.

de croissant: круассан.

de jus (жи): сок.

de jam (джем): джем.

de krentenbol: булочка со смородиной.

ik lust een beker melk: я хотел бы стакан молока.

ik lust een gekookte ei: я хотел бы вареное яйцо.

het ontbijt: завтрак.

ontbijten: завтракать.

de lunch: обед.

lunchen: обедать.

het avondeten: ужин.

dineren: ужинать.

Выражения для Ресторана

Het u een keuze kunnen maken:

wat nemen jullie:

voor mij een kop koffie en een ijs alstublieft:

ik wil graag een kop tee:

de lepel:

de vork:

het mes:

het bord:

ik heb...nodig:

ik heb een lepel nodig:

ik heb een vork nodig:

ik heb een bord nodig:

de soep is niet warm/is koud:

het vlees ist te zout/hard:

de koffie is te zoet/bitter:

de melk is zuur:

het ei is te zacht/hard:

ik heb een servet nodig:

kan ik cash (кеш)/met de kaart betalen:

kan ik pinnen:

ik heb geen wisselgeld:

kan ik nog een glas rode wijn krijgen:

waar is de ober/de serveerster:

het gerecht is lekker:

het smaakt/het smaakt niet:

eet smakelijk!

dank u wel!

Дополнительные Выражения

het café is open/gesloten vandaag:

ik hou van vla:

ik vind groentesoep lekker:

ik hou niet van...:

ik ben gek/dol op: